Van geboorte tot nacontrole
Van geboorte tot nacontrole
Aangifte
De aangifte van de geboorte moet binnen drie werkdagen na de geboorte van de baby gebeuren. Je kunt hiervoor een afspraak maken bij de desbetreffende gemeente waar het kind is geboren. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt dan een geboorteakte op. Deze akte is het juridische bewijs van de geboorte van jullie kindje. Daarnaast wordt ook het burgerservicenummer (BSN) aangemaakt. Het opmaken van deze akte en het burgerservicenummer is gratis.
Er zijn een aantal dingen die belangrijk zijn bij de aangifte, die sommen we hier voor je op:
- Als je als vader of moeder het kindje niet kunt aangeven, dan moet dit gedaan worden door iemand die bij de bevalling aanwezig is geweest. Bijvoorbeeld een ander familielid, de kraamverzorgster, de verloskundige of een arts. Het identiteitsbewijs van de moeder dient dan meegenomen te worden.
- De termijn van het aangeven wordt met een dag verlengd als de laatste van de drie dagen in het weekend of op een feestdag valt.
- Geboren op woensdag, uiterlijk maandag aangifte doen
- Geboren op donderdag, uiterlijk maandag aangifte doen
- Geboren op vrijdag, uiterlijk dinsdag aangifte doen
- Geboren op zaterdag, uiterlijk dinsdag aangifte doen
- Als je niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap bent aangegaan, dan is het belangrijk om voor de geboorte het kindje te erkennen.
- Je dient de volgende dingen mee te nemen: een identiteitsbewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs), trouwboekje (indien van toepassing), akte van erkenning (indien van toepassing), akte van naamskeuze (indien van toepassing). Ben je een duomoeder, neem dan eventueel de verklaring mee van stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Klik voor meer informatie over aangeven de gemeente Westland, de gemeente Delft, en de gemeente Midden-Delfland.
Hielprik
De kaart en het speciale papier worden ingevuld met gegevens van moeder en kind. Bijvoorbeeld de adresgegevens, de geboorteplaats en wie de uitvoerder van hielprik is. Voor we de hielprik lichten we altijd toe wat de procedure en het onderzoek inhouden. Daarnaast worden altijd twee vragen gesteld. Namelijk of jullie willen weten of het kindje drager is van sikkelcelanemie en of jullie bezwaar tegen het bewaren en gebruiken van het bloed ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.
De uitslag wordt binnen vijf weken bekend gemaakt aan de ouders indien afwijkend. Het mededelen van de uitslag wordt gedaan door ons, door het consultatiebureau of door de huisarts. Het kan zijn dat de uitslag van de hielprik is dat een van de ziekten is gevonden en dat vervolgonderzoek noodzakelijk is. Dit vervolgonderzoek wordt gedaan door een kinderarts. Een deel van kinderen blijkt dan de ziekte toch niet te hebben. Het andere deel heeft de ziekte wel en zal hiervoor behandeld worden. Het kan ook zijn dat er gevraagd wordt om een nieuwe bloedafname. Er is dan niet voldoende materiaal om de ziekten uit te kunnen sluiten. Wij stellen je hiervan op de hoogte en voeren de hielprik opnieuw uit. Hoor je niets binnen deze vijf weken? Dan is er geen afwijkende uitslag gevonden. Geen bericht is goed bericht. Er is altijd een heel kleine kans dat uw kind een van de ziektes toch heeft. Dit is simpelweg niet uit te sluiten.
Er wordt op dit moment getest op 22 ziektes. De overheid heeft besloten dit aantal van nu tot 2022 uit te breiden naar 32 ziektes. Wil je weten welke ziektes er precies worden onderzocht met de hielprik screening? Dat kun je hier lezen.
De hielprik wordt door ons uitgevoerd. Of je deelneemt aan het onderzoek is helemaal aan jezelf. De hielprik wordt kosteloos aangeboden.
Gehoortest
De gehoortest is bedoeld om te testen of jullie kindje voldoende kan horen om te kunnen leren praten en het ontwikkelen van de taal. Hoe eerder wordt ontdekt dat er problemen zijn met het gehoor, des te eerder kan een behandeling worden gestart.
Iedere pasgeboren baby krijgt een gehoortest aangeboden. Net als bij de hielprikscreening, ben je altijd vrij om ervan af te zien. De gehoortest dient binnen 6 weken verricht te worden. Daarna wordt de test niet meer gedaan, tenzij de ouders er niets aan kunnen doen of het kindje te vroeg is geboren.
Tijdens de test wordt een zacht dopje in het oor van je kindje geplaatst. Een zacht, knetterend geluid wordt dan het oor ingezonden. Het oor reageert dan door geluidjes te maken. Deze reactie geluidjes worden door hele kleine microfoontjes in de zachte dopjes teruggezonden. Aan de hand van die reactie wordt beoordeeld of het oor goed werkt.
De test geeft een uitslag van ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Wanneer de uitslag ‘voldoende’ is, is het vrijwel zeker dat het kindje voldoende kan horen om te leren praten. Toch is het belangrijk om altijd op te blijven letten. Het kan namelijk gebeuren dat het kindje na de gehoortest alsnog slechthorend wordt. Dit komt gelukkig zelden voor. Twijfel je toch? Neem dan contact op met het consultatiebureau (CJG).
Lees hier meer informatie over de hielprikscreening.
Nacontrole
Ongeveer zes weken na de bevalling vindt de nacontrole plaats. Dit is een controle die plaatsvindt bij ons op de praktijk. Tijdens deze controle blikken we terug op de bevalling en evalueren we de zorg. Daarnaast kunnen we, indien nodig, lichamelijke controles uitvoeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het meten van je bloeddruk, het bepalen van het ijzergehalte en het bekijken van hechtingen.